benaderingen thpEr zijn verschillende manieren om een heupprothese te plaatsen, dit wordt de benadering genoemd. Is de ene manier beter voor de patiënt dan de andere? Een groep artsen en onderzoekers heeft onderzocht of de uitkomsten voor Nederlandse patiënten verschillen per benadering.

Als een orthopedisch chirurg een totale heupprothese (THP) plaatst, kan hij/zij kiezen voor verschillende manieren om bij het heupgewricht te komen. De voorste (anterieure) en achterste (posterolaterale) benadering zijn de meest gebruikte operatietechnieken in Nederland. Op onze website lees je meer over deze technieken.

De direct superieure benadering is een nieuwe, minimaal invasieve benadering, afgeleid van de achterste benadering. Bij deze nieuwe benadering worden de spieren en omliggende weefsels gespaard. Daarom wordt gedacht dat de pijn na de operatie minder is en het herstel sneller zou moeten gaan. Het was tot nu toe nog niet bij Nederlandse patiënten onderzocht of deze aannames kloppen.

In het huidige onderzoek is gekeken of patiënten drie maanden en één jaar na het krijgen van een THP via de direct superieur benadering beter scoren op zelfgerapporteerde uitkomsten (PROMs) dan patiënten die een THP kregen via de voorste of achterste benadering.

De onderzoekers hebben alle patiënten die vanwege heupartrose een THP kregen én ingevulde PROMs hadden in de periode 2014 tot 2020 meegenomen in de analyse. Hierbij is rekening gehouden met patiëntkenmerken die van invloed kunnen zijn op de uitkomsten, zoals leeftijd, geslacht, ASA-score voor algemene gezondheid en body mass index (BMI).

Geen verschil in patiëntgerapporteerde uitkomsten tussen benaderingen

Patiënten rapporteren minder pijn en een verbeterd fysiek functioneren na een THP. Er lijken geen klinisch relevante verschillen te zijn in patiëntgerapporteerde uitkomsten tussen de direct superieure benadering en de voorste of achterste benadering. De orthopedisch chirurg moet dan ook voorzichtig zijn met het aanbevelen van een specifieke chirurgische benadering op basis van PROMs.

De keuze voor een chirurgische benadering moet gebaseerd zijn op meerdere factoren, zoals de medische geschiedenis van de patiënt, lichaamsbouw, de complexiteit van de ingreep, de ervaring van de chirurg en een afweging van de risico’s en voordelen van elke benadering.

Op de website van de Landelijke Registratie Orthopedische Interventies lees je de Nederlandstalige factsheet over dit onderzoek (pdf).

Bron: No clinically relevant difference in patient-reported outcomes between the direct superior approach and the posterolateral or anterior approach for primary total hip arthroplasty: analysis of 37,976 primary hip arthroplasties in the Dutch Arthroplasty Registry. B van Dooren, RM Peters, LN van Steenbergen, RAJ Post, HB Ettema, SBT Bolder, BW Schreurs, WP Zijlstra. Acta Orthopaedica 2023.

Dit artikel is geschreven door Merel van Veen-Wagensveld en eerder verschenen in Heupge(w)richt 106.