Logo VAH

De VAH

Waar zitten de heupenDe heupen. We kennen ze van de uitdrukking ‘het op de heupen hebben’, vrouwen hebben bredere heupen dan mannen en wie goed kan dansen, heeft soepele heupen. Maar waar zitten ze nou precies? En wat als ze het niet goed doen?

Op deze website vind je onder andere:

  • inhoudelijke informatie over heupaandoeningen en heupafwijkingen bij kinderen en volwassenen tot ongeveer 60 jaar
  • praktische tips en ervaringen
  • adressen voor lotgenotencontact
  • ondersteuning.

De vereniging

De Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling (VAH) is een kleine, actieve patiëntenvereniging. We bundelen de krachten van ongeveer 800 volwassenen en ouders van kinderen en tieners met een heupaandoening of heupafwijking.

We geven informatie, we organiseren bijeenkomsten, we brengen mensen met elkaar in contact, we behartigen jouw belangen en we leveren praktische service en diensten, zoals de verhuur van het olifantenstoeltje. 

Goede informatie en persoonlijke betrokkenheid staan bij ons hoog in het vaandel.

Het heupgewricht

De heupen (os coxae) zijn onderdeel van het bekken (pelvis). Ze bestaan uit het darmbeen (os ilium), het schaambeen (os pubis) en het zitbeen (os ischium). De heupgewrichten zijn verbonden met het heiligbeen (os sacrum) van de wervelkolom via de SI-gewrichten (sacro-iliacale). Dit deel van het lichaam wordt het zwaarste belast: het ondersteunt het lichaam bij het rechtop houden van het bovenlijf en bij de bewegingen ervan.

Close-up bekkenHet heupgewricht vormt de verbinding tussen het bekken en de benen. Het bestaat uit de heupkom (acetabulum) die onderdeel is van het bekken en de heupkop aan de bovenzijde van het dijbeen (femur). 

De heupkop en -kom worden bij elkaar gehouden door het gewrichtskapsel en de omringende spieren. Op de heupkop en in de heupkom zit een kraakbeenlaag die samen met de gewrichtsvloeistof (synoviale vloeistof) zorgt voor het soepel bewegen van het gewricht. Ook heeft het kraakbeen een schokdempende werking. 

Het heupgewricht is een kogelgewricht, waardoor de heupkop kan draaien in de kom. De heup kan buigen (flexie) en strekken (extensie), het bovenbeen zijwaarts naar buiten (abductie) en naar binnen (adductie) laten bewegen en het bovenbeen naar buiten (exorotatie) en naar binnen (endorotatie) laten draaien.

Bij een normaal heupgewricht past de heupkop goed in de heupkom. De kom is diep genoeg om de kop te omvatten en voldoende steun te geven en de kop kan soepel ronddraaien in de kom. Als de vorm van het gewricht door een afwijking of aandoening anders is of wordt, kan dit problemen veroorzaken bij het bewegen en belasten van de heup.

Heupafwijkingen en -aandoeningen die kunnen voorkomen bij baby’s en jonge kinderen: 

Heupafwijkingen en -aandoeningen die kunnen voorkomen bij tieners en volwassenen: