Het warme weer lijkt nu toch eindelijk in aantocht. Voor ouders van een kindje in een spreidmiddel of gipsbroek levert dat echter wel een dilemma op: hoe zorg je dat je kindje geen last krijgt van de warmte?
Bij iedere warme periode zien we de berichtjes weer verschijnen in de Facebookgroep: "wie heeft er een Pavlik-bandage / Campspreider / dr. Visserspreider over in die en die maat zodat ons kindje in het badje in de tuin kan?". Lukt dat niet dan zien we helaas ook dat ouders besluiten het spreidmiddel even af te doen omdat ze hun kindje het badderen in de tuin niet willen onthouden. En hoe verleidelijk het ook is: dat is niet de bedoeling natuurlijk. De spreidbehandeling is gebaat bij het zoveel mogelijk uur per dag omhouden van het spreidmiddel. Meestal wordt er gezegd 23 uur per dag (23/7) en dat betekent over het algemeen dat het alleen af mag voor verschonen en om eventjes in bad te gaan.
Iedereen fantaseert tijdens de zwangerschap over hoe het zal zijn als het kindje er eenmaal is, welke kleertjes het zal dragen en wat je er als jonge ouder allemaal mee zult gaan doen. En dan komt een heupafwijking dat allemaal in één klap verzieken en moet je je kind ook nog dingen onthouden die het vast en zeker leuk zal vinden. Het is een begrijpelijke gedachte, wetende dat heel wat ouders het gevoel hebben dat ze hun kind de spreidbehandeling 'aandoen' en dat het daardoor een verminderde kwaliteit van leven heeft.
Maar, lieve ouders, het is een gedachte die niet klopt. Tot jij het introduceert, weet je kindje niet dat er zoiets bestaat als 'in een badje in de tuin spelen' en mist het dat ook niet. Net zoals jonge baby's vaak al binnen een paar dagen niet beter weten dan dat ze een spreidmiddel aan hebben en dat die houding normaal is. En hoewel de spreidbehandeling lang niet altijd een pretje is en voor behoorlijk wat gedoe zorgt, help je je kind juist een gezonde heup te ontwikkelen. Een hulp waar het als het meezit het hele verdere leven profijt van heeft!
Bijna 33 jaar geleden werd ik geboren met een heupluxatie en heupdysplasie. De behandeling duurde ruim anderhalf jaar en ging gepaard met drie periodes van minimaal een week tractie, vijf operaties en in totaal 8,5 maand in het gips. Dat gips varieerde van 1,5 been in het gips en de 'broek' niet hoger dan de navel tot beide benen inclusief de voeten in het gips en een gipskorset tot aan mijn schouders om te voorkomen dat ik zou draaien in het gips. Daarna volgde nog een periode met de Campspreider. Een moeizame behandeling die anno 2016 heel anders zou zijn gedaan omdat men nu heel veel meer kennis en ervaring heeft.
Een deel van de gipsperiode viel in de zomer van 1984 waarin er uiteraard warme dagen waren. Maar een gipsbroek kan niet uit en dus was het voor mijn ouders zoeken naar manieren om mij koel en zoet te houden. Dat deden ze onder andere door me op een rola te leggen. Nog geen jaar oud scheurde ik daarop de hele kamer door en had ik de grootste pret.
Op een aangepast stoeltje kon ik rechtop zitten en me aan een tafeltje best een tijdje vermaken. Tot mijn ouders bedachten dat ik dan ook wel met een teiltje water kon spelen. In een 'hesje' gemaakt van plastic zakken om het gips te beschermen, kreeg ik de afwasteil gevuld met water en speelgoed voor mijn neus. En mooi dat ik dat vond! Binnen de kortste keren was ik kleddernat, maar het gips niet.
De vraag is nu natuurlijk: wat weet ik me er nog van te herinneren dat ik die zomer niet in het badje in de tuin kon? Het antwoord is: niets. Wat ik weet van die periode is 'fotoalbumkennis', hier en daar aangevuld met herinneringen van mijn ouders. Ik ben er geen ongelukkig kind van geworden en verwijt mijn ouders al helemaal niet dat ze mij dat hebben 'onthouden'. Later hebben we het ruimschoots ingehaald en was ik tijdens vakanties het zwembad niet uit te slaan.
Creëer als het warm is een koele plek, in huis of in de tuin in de schaduw. Kleed je kindje niet te warm aan. Alleen een romper is meer dan voldoende en op een warme dag kun je die bij een kindje in het gips ook nog uit laten. Heeft je kindje het toch erg warm? Haal dan af en toe een koud washandje over zijn / haar lijfje om af te koelen. Op een grote ronde schommel kan je lekker liggen, eventueel met wat kussens of een dikke deken, en een parasol kan voor schaduw zorgen. Kies om op te liggen bij voorkeur niet-synthetische stoffen, die zijn het minst warm. Bij temperaturen boven de 25 graden is het aan te raden om een kind in een gipsbroek binnen te houden omdat het in huis vaak toch wat koeler is dan in de tuin.
Kan je kindje al zitten? Laat het dan met water in een teiltje spelen. Een andere mogelijkheid is om de gootsteen in de keuken met een laagje water te vullen en je kind daar op de buik liggend op het aanrecht mee te laten spelen (eventueel kun je nog een aankleedkussen op het aanrecht leggen, dat is wat zachter). Daarmee sla je meteen twee vliegen in een klap want je oefent zo ook het op de buik liggen en dat is goed voor de ontwikkeling van de rug- en nekspieren. Lukt op de buik liggen nog niet zo goed dan kun je je kindje ook zodanig op de rug op het aanrecht leggen dat het bij de waterstraal kan. Heb je een ouder kind dat wel in het badje kan? Probeer dat dan te doen terwijl de jongste slaapt. Lukt dat niet biedt de jongste dan een eigen waterspelletje aan.
Ik weet dat het makkelijk gezegd is vanaf de zijlijn en dat het soms ook echt niet eenvoudig is, maar maak het jezelf vooral gemakkelijk en geef jezelf als ouder de credits die je verdient! Je hoeft geen perfecte ouder te zijn (die bestaat ook niet): het enige dat belangrijk is voor je kindje is dat het opgroeit in een veilige en liefdevolle omgeving. Daar is dat badje in de tuin niet voor nodig.
Dit artikel is geschreven door Renske Pereboom en verscheen eerder in Heupge(w)richt 76 (juni 2016).